Natuur zouden we kunnen definiëren als meer of minder bewoonbare, ruimtelijke en temporele habitat, ofwel de grond voor de mogelijkheid aan verscheidenheid en rijkdom van leef-sferen en leef-aspecten. Het Holoceen was behoorlijk bewoonbaar, waardoor er in de cycli van opbouw en verval steeds weer opnieuw groei en bloei kon plaatsvinden.
De relaties tussen natuur en het zijn, ofwel de levende lichamelijkheid, verlopen via ervaring. De natuur kan positieve ervaringen betekenen en negatieve. Dit maakt dat natuur, lichamelijkheid en ervaring, als onscheidbaar proces, één en al betekenis is, zonder dat deze betekenis door gedachten wordt geponeerd: het is de autoproductie van betekenis. Leven is zelfproductie (zelfgeneratie, zelforganisatie) van betekenis: leven spreekt van zichzelf.
De natuur is (dus) een object dat helemaal geen object is; het is niet echt voor ons uitgestald, het is één en al verwevenheid. Het is onze bodem – niet wat voor ons is, tegenover ons, maar dat wat ons draagt.
Hoewel natuur, lichamelijkheid en ervaring weliswaar in het denken te onderscheiden zijn, zijn ze niet te scheiden. Temporaliteit maakt dat alles conti-nu verandert. Daarom kunnen we ook niet spreken van een specifiek, vooraf vastgesteld concept van de natuur. In concreto steekt de werkelijkheid holistisch in elkaar.
We kunnen bij dit voortdurende wordingsproces spreken van de organische structuur van ervaring, lichamelijkheid en natuur als verstrengelde eenheid. Die structuur moet
- (a) in de temporaliteit gelegen zijn
- (b) als overgankelijkheid van verleden, heden, toekomst,
- (c) als tijdelijk durende identiteit,
- (d) in de relatie tussen potentie en realisatie of actualisatie. Actualisatie realiseert zich vanuit het ‘veld van mogelijkheden’.
Ook hier weer: (a) (b) (c) en (d) kunnen weliswaar in het denken onderscheiden worden, maar in concreto zijn ze niet te scheiden. Het dualisme hebben we hopelijk achter ons gelaten, we moeten proberen er holistisch naar te kijken.
Het Holoceen bood een ander veld van mogelijkheden dan het Antropoceen. Daarom ook zal er onderscheidende autoproductie van betekenis zijn. Vanuit het perspectief van de mens gezien - of misschien wel ruimer: vanuit het leven gezien - was het Holocene veld van mogelijkheden gunstiger, positiever, heilzamer dan het zich nu ontwikkelende Antropocene veld van mogelijkheden. Zo zal ook de actualisatie van de interacties tussen de omgeving en de organismen in het Antropoceen minder gunstig uitpakken in de ervaring.
Maak jouw eigen website met JouwWeb