Nadat vanaf begin deze eeuw de term Antropoceen meer en meer gangbaar werd kwam er een stroom van publicaties op gang die eerst vanuit de natuurwetenschappen kwam. Niet lang daarna werd het Antropoceen ook binnen de domeinen van de geestes- en sociale wetenschappen belicht en bediscussieerd.

Het Antropoceen kan worden gedefinieerd als de periode waarin de mens een diepgaande en gevaarlijke invloed heeft op het (sub)oppervlak (land en water), de biosfeer en de atmosfeer van de aarde. De veranderingen in de natuursferen gaan nu hand in hand met de ontwikkelingen in de cultuursferen. Er is sprake van toenemende verstrengeling. De wereld ervaart nu een polycrisis van ongekend formaat sinds er mensen zijn op aarde, de stabiliteit van samenlevingen wordt ernstig bedreigt.

We hebben meer dan de helft van het ijsvrije land op aarde veranderd. We hebben de meeste grote rivieren ter wereld afgedamd of omgeleid. Kunstmestfabrieken en peulgewassen leggen meer stikstof vast dan alle natuurlijke ecosystemen samen. Vliegtuigen, auto’s en elektriciteitscentrales stoten honderd keer meer CO2 uit dan vulkanen doen. Vandaag de dag wegen mensen meer dan acht keer zoveel als wilde dieren. Homo Sapiens is de belangrijkste veroorzaker van uitsterving en ook van soortvorming geworden.

Dennis Meadows (Club van Rome]) schreef in 2010 dat “het veertig jaar geleden theoretisch nog mogelijk was om dingen te vertragen en een evenwicht te bereiken”. Daarna verduidelijkt hij meteen: “Dat is het niet meer”. Dit suggereert dat het kantelpunt (onomkeerbaarheid) in feite al in het verleden ligt.

De intrede in het Antropoceen is een bedreiging die moet worden doordacht, net als de redenen voor ons gebrek aan reacties op de schaal van structurele verandering die gaande is.

Het Antropoceen zal zich meer en meer aan ons opdringen. Hiervoor ontvouwt het bewijs zich elke dag. We moeten leren leven met een warmere en meer onvoorspelbare wereld nu en in de toekomst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb