De filosofie van Whitehead maakt ons duidelijk dat elk zijn, elk gaande, elk komende een samenstelling is, en daarom de vrucht van een relatie. Als zodanig is er bij de oorsprong van het zijn geen statisch element, maar een relationeel proces: Werking, Wording, Overgankelijkheid. Dit relationeel proces is de primaire voorwaarde voor alle mogelijkheden voor nieuwigheid. Het manifesteert zich momenteel via Antropocene ontwikkelingen die zich, of we nou willen of niet, onontkoombaar in toenemende en onheilspellende mate aan ons opdringen.

Uiteindelijk onthult deze temporele relationaliteit van Wording zijn afhankelijkheid en kwetsbaarheid. We worden gedwongen om onze toekomst te heroverwegen, nauw verweven met onze materiële omgeving. Mens en natuur zijn niet van elkaar gescheiden: ze maken deel uit van hetzelfde weefsel van de werkelijkheid. Dit vereist een heroverweging van de rol van de mensheid in het universum.

Temporele relationaliteit maakt het mogelijk voor wezens om een tijdlang te bestaan en zo duur en identiteit te ervaren. Deze ervaring omvat het geheel en de delen, verleden, heden en toekomst.

Whitehead biedt ons zeer waardevolle hulpmiddelen om de gebeurtenissen van vandaag opnieuw te lezen, van de klimaatcrisis tot conflict. We moeten ook de mogelijkheid accepteren dat er geen happy end zal zijn. Het komende is het resultaat van wrijving tussen een veelheid aan mogelijke gebeurtenissen, waarvan de marges worden bepaald door het verleden en het heden.