We kunnen Betekenis in de zin van heil en onheil niet uit elkaar halen. We kunnen het niet opsplitsen in, of herleiden tot, organen, cellen, moleculen, atomen, elektronen, quarks, grote verenigde theorieën, wiskunde. We kunnen het onder gunstige omstandigheden ervaren in zijn schoonheid en vrede en heelheid - shalom, heil. Of, onder ongunstige omstandigheden, in het tegendeel daarvan - onheil.
Dooyeweerd benadrukte dat de werkelijkheid een "samenhang van betekenis" is. Samenhang is bij de gratie van te onderscheiden verscheidenheid: aspecten van de werkelijkheid, ofwel betekenissferen waarin wij functioneren. De betekenissferen zijn onze habitat. Zo wonen wij in fysische, biotische, gevoelige, sociale, economische, juridische, ethische betekenissferen. Het verband tussen klimaat, milieu, habitat moge duidelijk zijn. We ervaren een goede sfeer of een slechte sfeer.
Elke betekenissfeer of aspect is een manier waarop de werkelijkheid meer of minder heilzaam kan functioneren. Onder gunstige klimaat- en milieu-omstandigheden kunnen de aspecten beter functioneren. Het Holoceen was zo’n gunstige periode, het Antropoceen zal dat niet zijn.
Reactie plaatsen
Reacties