We zien dat klimaatverandering meer en meer algemeen wordt erkend. Waarbij echter, volgens mij, de fundamentele en dramatische breuk tussen Holoceen en Antropoceen die dit met zich meebrengt qua betekenis, helemaal nog niet breed wordt doorzien. Ons referentiekader is ‘Holoceen’ en dus komen we ook, wanneer we willen wijzen op positieve ommekeer in het verleden - om hoop en moed te houden, tegen het doemdenken in -, met ‘Holocene’ voorbeelden daarvan.
Ja, na elke instorting van een beschaving kon er weer een nieuwe ontstaan. Die voorbeelden zullen nu elke keer weer in het ‘Antropocene licht’ moeten worden geplaatst om ze op hun mogelijkheden dan wel gepasseerde mogelijkheden te beoordelen. Als nu een beschaving instort, welk herstel is er dan nog mogelijk in een geheel nieuwe wereld met compleet andere achtergrondomstandigheden?
Reactie plaatsen
Reacties