Genesis 1 vers 28

Gepubliceerd op 15 februari 2025 om 20:29

Genesis 1 vers 28.

In Genesis zegent God de mens en nodigt Hij ons uit om te heersen over de vissen in de zee, de vogels in de lucht en elk ander levend wezen. We worden aangespoord om vruchtbaar te zijn en ons te vermenigvuldigen, om de aarde te vullen en te onderwerpen (Gen. 1:28). Het goedslechte nieuws is dat we bijna geslaagd zijn.

We verbruiken meet van de aarde dan dat deze kan produceren. De ongekende escalatie van zowel de menselijke bevolking als de consumptie in de laatste 200 jaar heeft geleid tot milieucrises die nog nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid zijn voorgekomen. Er zouden nu meerdere aardes nodig zouden zijn om aan de consumptievraag van de huidige menselijke bevolking te voldoen, en dit feit geeft aan dat deze ontwikkeling eindig is.

Het cumulatieve effect van alle lokale veranderingen is inmiddels het fenomeen van overshoot van de planetaire grenzen door de menselijke invloed op de natuur. Hiermee rommelen wij ons en de overige organismen een nieuw tijdperk binnen dat het "Antropoceen" wordt genoemd.

Men zou dit ook het Fuiktijdperk kunnen noemen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.